Ja, ik ben een sentimentele trut, soms.

Soms wil ik best bloggen.
Dan kriebelt er vanalles in mijn vingers, en raakt het er niet uit.

Vandaag is het van dat.
Er ligt vanalles op het topje van mijn vingers, klaar om op jullie te worden losgelaten, maar de losse flarden fladderen er maar op los. Het zijn ballonnen, rukkend aan hun touwtje, spelend in de wind.
Van vingers naar toetsenbord naar hersenspinsel.
Ze hebben titeltjes, etiketjes, maar de goede woorden krijg ik precies niet te pakken.

Vriendschap gaat over ervaren, erin durven geloven, koesteren en vasthouden. Over me thuis voelen waar ik dat eigenlijk niet ben. Over stiltes die niet per se verbroken hoeven te worden, dingen niet uitgesproken.
Bang over verliezen, over die ene persoon te veel zijn, over dingen zien die er niet zijn, wakker worden en beseffen dat het maar een droom was.
Hoop dat het nu maar allemaal mag blijven zoals het is, voor even.

Ik zou zelfs over jou willen bloggen, maar dan weet ik al helemaal niet waar te beginnen.
Dan worden die drie ballonnen één grote ballon, met één lang koord. Dat ik heel stevig vasthoud, uit angst te laten vliegen.
Er zijn al te veel ballonnen gaan vliegen, te vaak.
Deze. Niét.

Melk en koeken.

Melk en koeken.
Hij is 6.

Op een dag wordt hij 60, maar altijd zal hij 6 blijven bij melk en koeken.
Altijd zal hij hopen.
Op niets,
op alles.
Ik denk aan hem.
Ben bij hem.
En ik wil hem alles geven, maar soms is alles niet genoeg.

Dan moet hij het zelf doen.
Dan moet hij die melk en koeken zélf kauwen.
Diep ademhalen en doorslikken.
Nog een hapje.

Ik hap mee, enkel in gedachten.
Dan moet-ie toch niet alleen.
Hij is nog maar 6.